Snel zoeken:
Jeugdtoer - Werken 2

Getuigen en werken, ofwel spreken en doen horen bij elkaar.Voor de christenen geldt niet: “geen woorden maar daden”, maar wel “woorden die gesteund worden door daden”. Bij het woord moeten we de daad voegen.

De Bijbel onderscheidt drie soorten werken:

Boze werken: Dit zijn werken die in zichzelf boos zijn, zoals liegen, stelen, doden, enz.
Zo lezen we van Kaďn dat hij zijn broer Abel doodsloeg “omdat zijn werken boos waren”
(1 Johannes 3: 12) . Evenzo spreekt de Here Jezus over mensen die de duisternis, liever hebben gehad dan het licht “want hun werken waren boos ” (Johannes 3: 19). Zie verder
Joh. 7:7, Kol.1:21 en 2 Joh.:11.Uit deze tekst blijkt duidelijk dat de werken van een dwaalleraar, waardoor de gemeente wordt aangetast, evenzeer boos zijn.

Dode werken: Dat zijn werken, die in zich zelf niet slecht zijn, maar die worden verricht vanuit een verkeerde instelling en daarom geen waarde hebben voor God. Zo hebben veel Israëlieten getracht, door het vervullen van een godsdienstig gebruik, het eeuwige leven te verdienen, denk maar eens aan de rijke jongeling in Luc.18:18 - 23. Een voorbeeld uit de geschiedenis hebben we in Luther, die van alles gedaan heeft: pelgrimstochten, zelfkastijding, kloosterleven, enz. om vergeving van zonden te ontvangen. Het waren echter allemaal dode werken. Zie Hebr. 9:14. Dode werken zijn werken zonder geloof, en dood geloof is een geloof zonder werken. Vergelijk Jak. 2:17.

Goede werken: Dat zijn werken die uit het geloof voortkomen. Ze worden niet verricht om de zaligheid te verdienen, maar uit dankbaarheid omdat God ons op de grond van geloof in het werk van Christus gered heeft.

In Efeze 2 vinden we de beide laatste soorten werken in één verband.
In vers 8 staat namelijk dat we behouden zijn “niet uit werken” en in vers 9 wordt gezegd, dat we in Christus Jezus geschapen zijn “om goede werken te doen”. Deze laatste werken, en niet die van vers 8, bedoelt Jakobus als hij zegt, dat het geloof zonder werken dood is.

In de brieven aan Timoteüs, maar vooral in die aan Titus wordt veel over ‘goede werken doen’ gesproken. Dus, ga dit voor jezelf maar eens goed nalezen.

Het voorbeeld van het verrichten van goede werken hebben we in de Here Jezus Christus.
Hij ging het land door “goed doende”. Al kunnen we dan niet precies het zelfde doen als Hij, we kunnen toch wel goed doen in de geest zoals de Here het deed.

Hij zorgde dat het bruiloftsfeest te Kana doorging. We kunnen het leven van anderen tot een feest maken door hen te helpen. Hij spijzigde een menigte met een paar broden en wat visjes. Wij helpen ‘letterlijk voedsel’ uit te delen door te collecteren voor een hulpactie en ‘geestelijk voedsel’ door het helpen verspreiden van de Bijbel. Hij genas zieken. Wij kunnen zieken opzoeken en ze wat voorlezen, of voor een ziek vriendje huiswerk mee nemen en hem vertellen wat er op school uitgelegd is. Zo zou ik nog even kunnen doorgaan.

Een heel mooi voorbeeld vind je ook bij Dorcas. In handelingen 9 lees je van haar, dat ze “overvloedig was in goede werken” en vers 39 laat zien waar die werken zoal uit bestonden.