Snel zoeken:
Jeugdtoer - Getuigen 1

Bij een rechtszaak worden meestal getuigen opgeroepen. Dat zijn mensen die met zekerheid kunnen spreken over wat ze gezien of gehoord hebben. Lees 1. Joh. 1.:1.

Johannes en de andere apostelen verklaren dus plechtig wat ze zelf van Jezus Christus gehoord, gezien en zelfs getast hebben. Het zijn dus echte getuigen. Geen getuigen van een ongeval of een misdaad, maar getuigen van Christus en van Zijn verlossingswerk. Zij houden wat ze gehoord en gezien hebben niet voor zichzelf, maar geven het door. Ze willen namelijk dat anderen, ook wij, met hen de Here zullen leren kennen: ‘Jezus Christus, de Zoon van God, die het eeuwige leven is.

En wij, op onze beurt, moeten het ook weer doorgeven aan de mensen met wie we in aanraking komen. Wij moeten ook getuigen!

Je begrijpt zeker dat je alleen een getuige van Jezus Christus kunt zijn als je Hem persoonlijk hebt leren kennen. Je kunt alleen met warmte en liefde vertellen over Hem, als je zelf hebt ervaren wat Hij voor je wil zijn en als je echt van Hem houdt en Hem dient.
Een goed Hollands spreekwoord zegt: “Waar het hart vol van is, stroomt de mond van over”. Wij kunnen alleen echt van Jezus getuigen als Hij de eerste plaats in ons hart heeft gekregen. Heb je het wel eens met iemand over de Here Jezus gehad? Iemand die niet in God geloofde vertelde eens: “Ik heb een vriendin gehad en wist niet eens dat ze christin en gelovig was. Ze heeft het me nooit verteld. Ik kwam er later pas achter”. Onnodig te zeggen dat deze vriendin bepaald geen getuige geweest is.

In het evangelie van Johannes reedt in het eerste hoofdstuk een belangrijke getuige voor het voetlicht, die zelf ook Johannes heet, namelijk Johannes de Doper. Lees zelf maar Joh. 1: 6.
Het vervolg maakt duidelijk over wie Johannes hier spreekt. Vers 15, 29, 32 en 34. Johannes stelt dus niet zichzelf op de voorgrond. Hij vertelt niet wat hij allemaal heeft gedaan en beleefd, nee, hij stelt de Here Jezus voor aan de mensen. Hij getuigt van Hem, opdat zijn luisteraars Christus zouden leren kennen. Christus komt op de voorgrond en de luisteraars en getuige op de achtergrond. Johannes de Doper heeft dat zelfs eens heel mooi gezegd: “Hij moet wassen (groeien), ik moet minder worden”.

Er zijn twee soorten getuigen. In één van de Spreuken van Salomo vind je ze allebei, luister maar: Een betrouwbare getuige is een redder van levens, maar wie leugens blaast is één en al bedrog”. Dit staat in Spreuken 14: 25. Er zijn dus getuigen, die betrouwbaar zijn omdat ze de waarheid spreken, maar er bestaan dus ook valse getuigen, die leugens verkondigen. Van de laatste valse getuigen geef ik je nu een drietal voorbeelden uit de Bijbel.

Izebel geeft opdracht dat tegen Naboth twee mannen een valse getuigenis zullen afleggen
(1 Kon. 21: 8-13). Tegen de Here Jezus (Marcus 14) en vervolgens tegen Stefanus (Hand. 6) treden ook valse getuigen op. Daartegenover staan vele betrouwbare getuigen. We hebben al gedacht aan Douanes de Doper. In Jes. 8: 2 vinden we Uria en Zacharia als betrouwbare getuigen genoemd. Maar groter dan allen is de Here Jezus Christus, die in Openb. 1: 5 en
3: 14, de trouwe, waarachtige getuige wordt genoemd.

Om een trouw getuige te kunnen zijn, hebben we geestelijke kracht hard nodig. Mede daarvoor is de Heilige Geest op aarde gekomen om in en door ons te werken. Lees Joh. 15 : 26, 27 en Hand. 1: 8. Toen dan ook de Heilige Geest op de Pinksterdag werd uitgestort stonden de discipelen vrijmoedig in het openbaar te getuigen en dat terwijl ze nog pas enkele dagen tevoren bevreesd achter gesloten deuren in huis zaten. Hoe groot deze kracht van de Heilige Geest is, blijkt ook uit het vervolg van het boek Handelingen:

a. De discipelen gaan door met getuigen, al wordt hen dit door de Joodse Raad verboden.
b. Ze blijven standvastig, ook al worden ze gevangen gezet.
c. Stefanus gaat door met getuigen, ondanks het feit dat een woedende menigte op hem afstormt. Ja, zelfs nog terwijl de stenen op hem neer regenen getuigt hij van zijn Heiland.